De met wortelnotenhout en notenhout gefineerde kast is geplaatst op een viertal gedraaide notenhouten poten (“cheese feet”). Het middenstuk van de kast is voorzien van een rond venster waarin een ruit is gemonteerd waarin een glasgravure is aangebracht vorstellende een samengebonden boeket.

De getoogde kap is aan weerszijden voorzien van notenhouten zuilen, voorzien van messing basementen en kapitelen. Aan drie zijden fraai gezaagd ajourwerk waarachter stof is verlijmd. De kap wordt bekroond door een drietal in een punt uitlopende houten bollen.

Opvallend zijn de eigenzinnig vormgegeven vensters voor de maand- en dag aanduiding, die een enigszins experimenteel karakter lijken te hebben. Voor een klok met getoogde wijzerplaat is dit een vroege klok. Opmerkelijk is dat de kast nog geheel onder Engelse invloed staat, d.w.z. zonder gesneden kuif op de kap en ook zonder gesneden kuif op het deurtje in het middendeel. 

Het middelste schoorsteentje op de kap kan worden afgenomen waardoor de hoogte, inclusief het ornament, tot 260 centimeter wordt beperkt. Indien het middelste ornament ook wordt weggelaten bedraagt de hoogte 245 centimeter.

Deze klok is op 18 juni 1958 beschreven door de firma Brokke in Amsterdam. De handgeschreven beschrijving is nog aanwezig. Brokke dateerde deze klok “omstreeks 1710”. Volgens Mopurgo was Adolf Witsen rond 1700 werkzaam in Amsterdam.

Afmetingen: Hoog 265, breed 57, diep 30 centimeter.